Minister Ernst Kuipers van Volksgezondheid wil geen geld meer steken in de opleiding tot ziekenhuisarts. Het idee achter die leergang is om artsen op te leiden die zich niet richten op één specialisme, maar verstand hebben van verschillende vakgebieden. Dat zou vooral nuttig zijn voor patiënten die bij veel verschillende specialisten lopen. Volgens Kuipers is echter nog niet bewezen dat ziekenhuisartsen veel toevoegen.
De minister zei in een Tweede Kamerdebat dat het inderdaad zo is dat veel patiënten te maken hebben met verschillende artsen en deskundigen. Dat vindt hij echter geen reden om er een nieuw type arts aan toe te voegen. "Iedere arts wordt geacht basale geneeskundige competenties te hebben die ingezet kunnen worden om patiënten te behandelen", aldus de bewindsman, die zelf ook arts was. Hij noemde het een "discussie die al vele tientallen jaren speelt en ook nooit zal weggaan".
Het ministerie heeft de opleiding de afgelopen tien jaar volledig betaald. In die tijd moest de stichting die de opleiding ontwikkelde (SOZG) aantonen dat de beroepsgroep toegevoegde waarde had. Daar is de minister echter nog niet van overtuigd. Ook verschillende organisaties van artsen en ziekenhuizen (NVZ, NFU en FMS) zien nog niet goed welke rol voor ziekenhuisartsen is weggelegd.
Kuipers benadrukt dat de artsen "nog steeds elke dag een uitzonderlijke prestatie" leveren in hun werk, maar dat "op dit moment de noodzakelijkheid van de activiteiten van de ziekenhuisarts" nog niet is aangetoond. Het ministerie zegt nog overtuigd te kunnen worden van het tegendeel, maar erkent dat dat moeilijk zal zijn. Dat bewijs zal bovendien geleverd moeten worden zonder geld vanuit de overheid.
Volgens een woordvoerster van de Vereniging voor Ziekenhuisgeneeskunde (VvZG) is het wegvallen van subsidie voor de opleiding "een grote ramp". Studenten die in 2023 afstuderen, krijgen nog geld, maar voor de latere lichtingen betalen de ziekenhuizen zelf al, volgens de vereniging zo'n 370.000 euro per student. De vrees bestaat dat de opleiding en daarmee de hele vakgroep verdwijnt.
En dat terwijl de ziekenhuisarts juist van grote toegevoegde waarde kan zijn in bijvoorbeeld de ouderengeneeskunde, denkt de VvGZ. "Het zijn generalisten. Als iemand op de afdeling orthopedie ligt, kijkt de ziekenhuisarts niet alleen naar de knie, maar signaleert daarnaast dat een lip scheef gaat hangen en er misschien ook iets neurologisch speelt." Ziekenhuizen waarderen de ziekenhuisarts daarom juist al heel erg, stelt de VvZG.