Nederland doet het goed als het aankomt op de kwaliteit van kinderopvang. Dit staat in een onderzoek dat is gedaan in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
In het onderzoek werden dagopvang, peuteropvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang meegenomen. Er is de afgelopen jaren vooral meer aandacht gekomen voor aspecten die te maken hebben met wat de onderzoekers noemen "emotionele kwaliteit". Dan gaat het bijvoorbeeld om het creëren van een goede sfeer in een groep. Volgens de Universiteit van Utrecht en onderzoeksbureau Sardes, die het onderzoek uitvoerden, scoort Nederland nu vergelijkbaar of beter dan landen als Denemarken, Finland, Noorwegen, Engeland en Australië.
Staatssecretaris Tamara van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) is blij met de resultaten. "De sector groeit en is professioneler geworden, dat laat het onderzoek duidelijk zien."
Er zijn ook enkele aandachtspunten, stellen de onderzoekers vast. Buitenschoolse opvang kan volgens de staatssecretaris nog aan kwaliteit winnen, met name voor kinderen tussen de 10 en 12 jaar. Daar ligt de aandacht vooral op sport en spel, maar minder op creatieve activiteiten en muziek. Ook zijn er grote verschillen te zien in kwaliteit bij gastouderopvang. Hier wordt nog nader onderzoek naar gedaan.