Het water van ongeveer zestig zwemplekken in Nederland is verslechterd ten opzichte van vorig jaar. Daar staan zo’n veertig plekken tegenover waar het water schoner werd. Dat blijkt uit metingen van Rijkswaterstaat en de waterschappen. In Zuid-Holland gingen de meeste zwemlocaties achteruit.
In deze provincie is de waterkwaliteit van zeven meren verminderd. Van drie van deze plassen is het water nu ‘slecht’ of ‘aanvaardbaar’, de laagste beoordeling waarbij nog gezwommen kan worden. Volgens Gert van den Toren van Omgevingsdienst Midden-Holland komt dat deels door de aanhoudende droogte van afgelopen zomer. “Toen regende het minder en was er dus ook minder aanvoer van vers water.”
Ook de stranden van Scheveningen en het zuidelijke strand van Katwijk gingen er op achteruit. Vorig jaar kregen deze nog de hoogste beoordeling, maar dit jaar de op een na hoogste. Het noordelijke strand van Katwijk is net als vorig jaar ‘aanvaardbaar’. Bij deze kustplaats komt soms vervuild water van het Uitwateringskanaal in zee, legt Van den Toren uit. Hij kan niet verklaren wat er bij Scheveningen aan de hand is.
De meeste zwemlocaties aan de zee, rivieren en meren krijgen de hoogste beoordeling. Maar in beide Hollandse provincies gingen ruim tien zwemplekken in kwaliteit achteruit. In Noord-Holland stonden daar ongeveer evenveel locaties tegenover waar de kwaliteit juist verbeterde, maar in Zuid-Holland niet.
Bij ruim zestig zwemplekken in Nederland geldt een waarschuwing of negatief zwemadvies. Daar zitten ook locaties bij die goed door de jaarlijkse keuring zijn gekomen, maar waar nu toch iets aan de hand is. Zo is de situatie in een aantal Gelderse meren onveilig omdat oevers steil aflopen door een te lage waterstand. In Zuid-Holland wordt het zwemmen vanwege blauwalg afgeraden in vier meren die te boek staan als ‘goed’ of ‘uitstekend’.
Zwemmen in slecht water kan leiden tot gezondheidsklachten als jeuk of last van de darmen of maag. Rijkswaterstaat en de waterschappen beoordelen de waterkwaliteit daarom aan het begin van het seizoen door te kijken naar metingen van de afgelopen vier jaar. Ook doen zij in de lente en zomer zeker één keer per maand een tussentijdse beoordeling.