Laatste overlevende vlieger 320 Dutch Squadron overleden

03 jan , 16:02 Landelijk
laatste engelandvaarder op 104 jarige leeftijd overleden
ANP
André Hissink is op 1 januari overleden. Hij werd 104 jaar. Dat heeft het ministerie van Defensie woensdag bekendgemaakt. Hissink was de laatste overlevende vlieger van het 320 Dutch Squadron, dat tijdens de Tweede Wereldoorlog deel uitmaakte van de Britse Royal Air Force. In het voorjaar van 1943 werd hij bij dat squadron geplaatst, als waarnemer op de B-25 Mitchell.
Hissink voerde meer dan zestig oorlogsvluchten uit boven Frankrijk, Nederland en Duitsland. Voor zijn verrichtingen kreeg hij het Vliegerkruis.
Na de Tweede Wereldoorlog werkte Hissink voor onder meer KLM in Zurich en later bij verschillende luchtvaartorganisaties in Nieuw-Zeeland en Canada. In 1953 moest hij afstand doen van zijn Nederlandse nationaliteit, omdat hij bij de Nieuw-Zeelandse luchtvaart actief werd. Een aantal jaren geleden kreeg hij de Nederlandse nationaliteit terug.
Er is nog een Engelandvaarder in leven, zo blijkt uit het archief van het Museum Engelandvaarders. Het gaat om de 100-jarige, in Amsterdam geboren, Ellis Brandon. Het Nationaal Archief meldt dat Brandon in de Tweede Wereldoorlog al snel actief werd in het verzet. Ze koerierde onder andere voor verzetskrant Het Parool, hielp Joodse gezinnen en bracht geheime berichten over aan verzetslieden.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog reisden Nederlandse verzetsstrijders naar Engeland om van daaruit bij te dragen aan de strijd tegen de Duitse bezetter. Zij staan als de Engelandvaarders bekend.
Koning Willem-Alexander, koningin Máxima en prinses Beatrix zeggen Hissink "met groot respect" te gedenken. "De moedige inzet van hem en ál zijn mede-Engelandvaarders voor onze vrijheid stemt ons dankbaar en blijft in onze herinnering."