Rijkswaterstaat laat volgende week het laatste deel van de oude Middensluis in Terneuzen opblazen. Naar verwachting kunnen daarna de restanten van het oude sluishoofd in de Westerschelde afgebroken en opgeruimd worden. Het is de bedoeling dat grote zeeschepen eind 2024 vanaf de Westerschelde naar het Belgische Gent en terug kunnen varen door een nieuwe sluis, die eigenlijk dit jaar al klaar zou zijn.
Het verwijderen van de oude Middensluis in Terneuzen heeft veel vertraging opgelopen door tegenvallers. Zo bleek vorig jaar dat de gebruikte explosieven te zwaar waren, waardoor in de wijde omgeving van het karwei ruiten sprongen en scheuren in gebouwen ontstonden. Later werkten ontstekingsmechanismen niet goed.
De bouw van de Nieuwe Sluis kost 1 miljard euro. Vlaanderen en Nederland brengen dat bedrag samen op. Het sluizencomplex wordt volgens Rijkswaterstaat met 427 meter lengte en 55 meter breedte net zo groot als de sluizen in het Panamakanaal. Zeeschepen, die steeds groter worden, hebben zo'n grote sluis in Terneuzen nodig om in Zeeuws-Vlaanderen naar het Kanaal van Gent naar Terneuzen te kunnen varen. De sluizen in Terneuzen zijn volgens de waterbeheerder de cruciale schakel in de economisch belangrijke Seine-Scheldeverbinding.
De explosies hebben volgende week op dinsdag-, woensdag- en donderdagmiddag plaats bij hoogwater. Tijdens het ploffen kunnen in de omgeving trillingen voelbaar zijn. Als de operatie slaagt, is de sloop van de oude Middensluis in het eerste kwartaal van 2024 helemaal klaar, aldus Rijkswaterstaat.