De laatste acht nabestaanden van de ramp met vlucht MH17 krijgen maandag de kans om de rechtbank te vertellen wat het overlijden van hun dierbaren voor hen heeft betekend. In september waren drie weken ingeruimd voor slachtofferverklaringen, meer dan negentig nabestaanden hebben toen gesproken. Dat gebeurde fysiek in de rechtbank, via een videoverbinding of via een door hun advocaat voorgelezen verklaring.
Na maandag zal de omvangrijke strafzaak waarschijnlijk maanden zo goed als stilliggen. Vorige week werd duidelijk dat de rechtbank een nieuwe poging wil doen om een belangrijke Russische getuige te horen. Tot dit verhoor is geweest, of definitief niet door kan gaan, kan het Openbaar Ministerie niet met de strafeisen komen tegen de vier verdachten. Deze stonden voor half november op de planning, maar dit wordt nu mogelijk pas februari volgend jaar.
In april van dit jaar is een rechtshulpverzoek aan Rusland gestuurd met het verzoek Sergej Moetsjkajev, commandant van de 53e luchtafweerbrigade, te horen. Deze Russische eenheid is volgens het internationale onderzoeksteam verantwoordelijk voor het leveren van de Buk-raket die MH17 op 17 juli 2014 zou hebben neergehaald boven Oost-Oekraïne. De rechtbank wil dat er een nieuwe poging wordt gedaan om Moetsjkajev te horen, met als deadline februari volgend jaar. Als hij dan nog niet is gehoord, verwacht de rechtbank dat het niet meer gaat lukken.
Bij de ramp met het toestel van Malaysia Airlines kwamen alle inzittenden, onder wie bijna 200 Nederlanders, om het leven. Er worden vier mannen verdacht van betrokkenheid bij de ramp: rebellenleider Igor Girkin, zijn rechterhand Sergej Doebinski, diens assistent Oleg Poelatov en garnizoenscommandant Leonid Chartsjenko. Alleen Poelatov laat zich bijstaan door advocaten, de anderen hebben niets laten horen.