In de eerste twee maanden van de blauwtonguitbraak zijn 37.000 schapen meer gestorven dan normaal. Dat meldt het laboratorium Royal GD op basis van een analyse van de uitbraak. Bij beroepsmatige schapenhouders die minstens zes weken geplaagd zijn met het virus stierf gemiddeld 25 procent van de dieren.
Voor de analyse heeft het lab gegevens tot eind oktober gebruikt. Het virus was fataler voor volwassen schapen dan voor lammeren, aldus Royal GD. Wel voegt het toe dat de cijfers slechts een indruk geven van de impact van de blauwtonguitbraak en dat de sterfte van 25 procent een onderschatting is. Vooral omdat de uitbraak nog niet voorbij is en de cijfers daarom niet compleet zijn.
Landbouwminister Piet Adema meldde vorige maand nog dat ruim 5 procent van de schapenpopulatie is doodgegaan. Uit een overzicht van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit NVWA blijkt dat de ziekte al op meer dan 5800 bedrijven is geconstateerd.
Blauwtong treft vooral schapen, maar ook geiten, runderen, hertachtigen en sommige dierentuindieren kunnen een besmetting oplopen.