Lager opgeleide jongeren hebben minst stabiele loopbanen

01 sep 2022, 12:24 Landelijk
900x450
Hollandse Hoogte / Robin Utrecht
Jongeren die beginnen op de arbeidsmarkt hebben een minder stabiele loopbaan naarmate ze lager zijn opgeleid. Lager opgeleide jongeren hebben vaker langdurig geen werk en maken minder vaak de overstap van een flexibel naar een vast contract. Als ze al een vast contract hebben, is de kans groter dat ze weer flexwerk gaan doen of zonder werk raken. Dat blijkt uit nieuw CBS-onderzoek naar de dynamiek van beginnende loopbanen van jongeren geboren tussen 1983 en 1985.

Loopbanen van jongvolwassenen verlopen deels dynamisch.

Beschrijvingen van arbeidsposities naar leeftijd suggereren vaak een rechtlijnige ontwikkeling, waarin steeds meer werkenden een vast contract krijgen en steeds minder mensen een tijdelijk contract of geen werk hebben. Op individueel niveau verlopen loopbanen echter land niet altijd rechtlijnig, maar vaak veel dynamischer. Er wordt in veel loopbanen flink gewisseld tussen de verschillende arbeidsmarktposities. Het komt bijvoorbeeld regelmatig voor dat mensen op een bepaald moment een vast contract hebben, maar na verloop van tijd een flexibel contract hebben of misschien niet werkzaam zijn.

Hoger opgeleiden meest stabiele loopbanen

Ook als het gaat om verschillen naar opleidingsniveau geven ‘traditionele’ tabellen en figuren slechts een beperkt beeld van het werkelijke verloop van loopbanen. Onder lager opgeleiden blijft het aandeel mensen met een vast contract redelijk stabiel door de tijd, terwijl bij middelbaar en hoger opgeleiden het aandeel mensen met een vast contract door de tijd toeneemt. Bij lager opgeleiden is ook te zien dat het aandeel flexibele contracten afneemt en het aandeel niet-werkend toeneemt. Dat doet vermoeden dat een deel van de flexwerkers na verloop van tijd zijn baan kwijtraakt.

Verschil tussen mannen en vrouwen het grootst onder lager opgeleiden

Tot slot zijn er ook verschillen tussen mannen en vrouwen in hun loopbanen. In het algemeen blijven mannen iets langer onderwijs volgen dan vrouwen. De loopbanen van mannen en vrouwen verschillen het meest onder lager opgeleiden. Langdurig niet werken komt het vaakst voor onder lager opgeleide vrouwen. Ook maken lager opgeleide vrouwen vaker de transitie van vast of flexibel werk naar niet-werken. Onder middelbaar opgeleide vrouwen komt die transitie een stuk minder vaak voor, en onder hoger opgeleide vrouwen vrijwel niet. Onder hoger opgeleiden zijn er juist weinig significante verschillen tussen de loopbanen van mannen en vrouwen.