Alle leden van het landelijk bestuur van het CDA zijn opgestapt naar aanleiding van het rapport van de commissie-Spies, die het verkiezingsverlies heeft onderzocht. Interim-voorzitter Marnix van Rij blijft voorlopig aan, zei hij zaterdag na de presentatie van het rapport.
Liesbeth Spies zei dat het rapport een "harde conclusie" is over de gang van zaken binnen het CDA, in de aanloop naar de slecht afgelopen verkiezingen in maart. Volgens Van Rij betekent het vertrek van het landelijk bestuur niet dat zij de schuldigen zijn van de interne strijd en het gebrek aan vertrouwen en leiderschap, maar wel dat zij de verantwoordelijkheid hebben genomen. De vorige voorzitter Rutger Ploum trad vlak na de verkiezingen daar ook om al af.
Het CDA organiseert op 11 september een congres, dat wordt gehouden na druk van CDA-afdelingen, waarin het rapport van de commissie wordt besproken. Van Rij zei dat hij daar verantwoording zal gaan afleggen over de gebeurtenissen en over wat het bestuur heeft gedaan. Daarnaast zal het vooral gaan over de aanbevelingen van Spies en de manier waarop die kunnen worden uitgevoerd.
Zo moet er volgens de commissie nu goed leiderschap komen. Er moet een duidelijke structuur in de organisatie zijn en het landelijk bestuur moet de regie nemen. De fractie in de Tweede Kamer en de fractievoorzitter maken de dagelijkse politieke keuzes. De politiek leider, Wopke Hoekstra, moet verder groeien in zijn rol en moet kunnen rekenen op de steun van allen binnen de partij", schrijft de commissie.
Ook de ontwikkelingen na 18 maart, waar Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt een hoofdrol in speelde, worden tijdens het congres besproken. Van Rij zei dat hij niet van plan is opnieuw een commissie in te stellen die deze periode onder de loep moet nemen. "We zijn een democratische partij" en er zal "serieus worden ingegaan" op alle vragen die de leden stellen over wat er is gebeurd, aldus Van Rij.