Levenslange celstraf Gökmen T. voor tramaanslag Utrecht

20 mrt 2020, 14:30 Landelijk
levenslange celstraf gokmen t voor tramaanslag utrecht
ANP
De rechtbank in Utrecht heeft Gökmen T. vrijdagmiddag veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf voor de bloedige tramaanslag in Utrecht. Volgens de rechtbank heeft T. "op klaarlichte dag dood en verderf gezaaid, met geen ander doel dan het nemen van levens".
Bij de aanslag op het 24 Oktoberplein kwamen op 18 maart vorig jaar vier mensen om het leven en vielen meerdere gewonden. T. heeft bekend het vuur op de slachtoffers te hebben geopend. Hij heeft gezegd dat hij handelde uit geloofsmotieven, maar verder geen vragen willen beantwoorden. Tegen hem was begin deze maand levenslang geëist. Justitie sprak van een terreurdaad. Het OM zei vrijdag "zeer tevreden" te zijn met de uitspraak.
De rechtbank oordeelde dat de 38-jarige Utrechter "een golf van angst en ontzetting door de stad Utrecht en het land heeft laten gaan en de samenleving grote vrees heeft aangejaagd". Hij schoot in de tram argeloze medepassagiers neer "onder het aanroepen van Allah" en "vanuit de oneigenlijke rechtvaardiging dat wij moslims worden vernietigd door jullie democraten", aldus het vonnis.
Deskundigen hebben T. verminderd toerekeningsvatbaar genoemd. Hij is zwakbegaafd en heeft persoonlijkheidsstoornissen. Volgens de rechtbank, die het herhalingsgevaar hoog inschat, was dat geen aanleiding de straf te matigen. Dat zijn daden hem in verminderde mate kunnen worden toegerekend, maakt een straf lager dan levenslang niet automatisch passend, aldus de rechtbank. Die legde het pleidooi van de raadsman van T. om hem een lange celstraf in combinatie met tbs op te leggen dan ook naast zich neer.
Tijdens de vier dagende durende behandeling van zijn strafzaak eerder deze maand liet de rechtbank T. bij herhaling uit de zaal verwijderen vanwege zijn gedrag. Hij bespuugde zijn raadsman, schold het publiek uit, lachte om de aangrijpende verhalen van slachtoffers en nabestaanden en bespuugde ook de rechtbank. Die liet optekenen dat uit niets is gebleken dat T. spijt of berouw heeft, maar dat het beeld is ontstaan van een man "die pal stond en nog steeds pal staat voor zijn daden".