Dat scholieren steeds meer moeite hebben met lezen, was al wel bekend, maar het tempo waarin de vaardigheden van de kinderen achteruitgaan is "heftiger dan verwacht". Dat zegt de Stichting Lezen en Schrijven. Die wil dat het onderwijs meer doet om de basisvaardigheden van kinderen te verbeteren. "Alleen dan worden jongeren voorbereid om mee te kunnen doen op de arbeidsmarkt en in de samenleving."
Volgens de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) kunnen 15-jarigen in Nederland slechter lezen dan leeftijdgenoten in veel andere landen. Meer dan een op de drie Nederlandse kinderen haalt het basisniveau voor lezen niet. Dit betekent dat ze niet in staat zijn om een tekst te begrijpen en verbanden te leggen tussen informatie uit de tekst en dingen die ze al wisten. In 2012 had een op de zeven kinderen daar moeite mee. Ook bij wiskunde en wetenschappelijke vakken gaan de prestaties van kinderen achteruit, al is het daarbij niet zo erg als met lezen.
Al die vakken hangen met elkaar samen, vindt de Stichting Lezen en Schrijven. "Lezen heb je immers ook nodig bij wiskunde. Digitale vaardigheden zit in tal van lesmethodes en rekenvaardigheden heb je ook nodig voor onlinebankieren." Als kinderen dat niet beheersen, betekent dit volgens de stichting "dat deze leerlingen onvoldoende kunnen functioneren op school en later op de arbeidsmarkt en in de samenleving".
Ook de Leescoalitie maakt zich zorgen. Voorzitter Gerlien van Dalen noemt de uitkomsten van het onderzoek zorgwekkend. Toch zegt ze ook lichtpunten te zien. Leraren werken hard aan goede leeslessen en Van Dalen heeft er vertrouwen in dat de resultaten bij een volgende meting beter zijn. De Leescoalitie is een samenwerking van tien organisaties, waaronder de Taalunie, de bibliotheken en de stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek.