Precies drie jaar na de eerste inleidende zitting gaat het ‘monsterproces’ Marengo maandag inhoudelijk van start. Zeventien verdachten staan terecht in deze megamoordzaak, maar alle ogen zijn gericht op één man: hoofdverdachte Ridouan Taghi, die onmiskenbaar een reputatie als schrik van de onderwereld heeft opgebouwd.
Na zijn arrestatie in Dubai en overbrenging naar Nederland, in december 2019, heeft Taghi (43) zich op tussentijdse zittingen in het proces nog niet laten zien. Maandag verschijnt hij naar verwachting wel in de zittingszaal van de zwaarbewaakte bunker in Amsterdam. Er wordt rekening mee gehouden dat hij afgezonderd van zijn medeverdachten zal worden gehouden, om iedere vorm van onderlinge communicatie onmogelijk te maken.
Het liquidatieproces zou vorige maand al beginnen, maar in verband met de coronacrisis werd dat uitgesteld. De rechtbank heeft diverse zaken laten aanpassen, zodat alle deelnemers zoals de verdachten, hun advocaten, pers, voldoende afstand van elkaar kunnen houden.
Zelden is de aanloop naar een strafproces zo grillig en dramatisch geweest als in het geval van Marengo. Een week na de eerste zitting, in maart 2018, werd de (niet-criminele) broer Reduan van kroongetuige Nabil B. in Amsterdam doodgeschoten. In september 2019 is B.’s advocaat Derk Wiersum vermoord bij zijn huis in Amsterdam-Buitenveldert. Deze gebeurtenissen vallen weliswaar buiten het bestek van het Marengo-proces, maar er wordt aangenomen dat er volop verbanden zijn: wraak op ‘verrader’ Nabil B.
Een groot deel van het door justitie verzamelde bewijs bestaat uit talloze zogeheten PGP-berichten. In die versleutelde en vervolgens door specialisten leesbaar gemaakte communicatie tussen de verdachten wordt onomwonden over liquidaties gesproken. De tientallen verklaringen van kroongetuige Nabil B. vormen de andere pijler waarop de bewijsvoering van het OM rust.
De zaak gaat naar verwachting tot diep in 2022 duren.