Het loonstrookje ziet er dankzij lastenverlichtingen die het kabinet doorvoert vanaf januari wat positiever uit. Werkenden houden, afhankelijk van hun inkomen, tot ruim 2 procent meer over. Dat melden minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken) en staatssecretaris Hans Vijlbrief (Financiën).
Mensen met een modaal inkomen (35.000 euro bruto per jaar) gaan er het meest op vooruit. Ook wie het minimumloon verdient, houdt daar netto bijna 2 procent meer van over. Naarmate het salaris stijgt, neemt het voordeel af, tot circa 1 procent bij een drie keer modaal inkomen.
Het kabinet verlaagt het belastingtarief in de eerste schijf en verhoogt de arbeidskorting en algemene heffingskorting. Dat zijn maatregelen waar met name lage en middeninkomens van profiteren. Ook uitkeringsgerechtigden gaan erop vooruit, net als gepensioneerden met alleen AOW of hooguit een klein aanvullend pensioen.
De stijging van de lonen zal komend jaar naar verwachting beperkt zijn, als gevolg van de coronacrisis. Toch wordt ook daar een plusje voorzien. Daarbij maakt het kabinet wel de kanttekening dat mensen er alleen op vooruitgaan als zij hun baan behouden, en dat zal lang niet iedereen gegeven zijn.
Tegenover het gunstigere loonstrookje staan ook hogere lasten als gevolg van inflatie. Volgens de jongste raming van het Centraal Planbureau (CPB) wordt het leven volgend jaar 1 procent duurder.