De eetgewoonten van Nederlanders zullen drastisch moeten worden aangepast om de uitstoot van schadelijke broeikasgassen tegen te gaan. Volgens de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) is het de verantwoordelijkheid van consumenten om ,,duurzamer en gezonder'' te gaan eten.
Dat betekent dat we ,,substantieel'' minder vlees moeten gaan eten en meer groente, peulvruchten en andere vegetarische producten. De verhouding tussen dierlijke en plantaardige eiwitten is nu 70/30. Maar dat kan volgens de Rli in 2030 naar 40/60 verschuiven. ,,Dat is mogelijk en wenselijk vanwege de klimaatdoelstellingen. Binnen zo’n eetpatroon blijft er ruimte voor het eten (zij het met mate) van duurzaam geproduceerd vlees, zuivel en eieren'', meent de raad.
De overheid zou vlees onaantrekkelijk moeten maken door een hoger btw-tarief in te voeren of door accijnzen in te voeren. Ook zouden er tv-koks ingezet moeten worden ,,om te zorgen dat eten met meer groenten en fruit en minder dierlijke producten wordt geassocieerd met aantrekkelijk, lekker, en gemakkelijk bereidbaar voedsel.'' Daarbij is het de verantwoordelijkheid van de voedselindustrie, de groothandel, supermarkten en restaurants om ,,duurzamere'' producten aan te bieden.
Volgens de Rli draagt de productie en consumptie van dierlijke producten, zoals vlees, zuivel en eieren, in belangrijke mate bij aan de broeikasgasuitstoot. De veehouderij veroorzaakt nu 10 procent van de totale uitstoot.
De afspraken die in het klimaatakkoord van Parijs zijn gemaakt over beperking van de uitstoot van broeikasgassen brengen voor Nederland ,,een kolossale klimaatopgave'' met zich mee. Zo moet de uitstoot in 2050 95 procent lager zijn dan in 1990.
De RLi is een is een onafhankelijk adviesorgaan dat regering en parlement adviseert over duurzame ontwikkeling van de leefomgeving en infrastructuur.