De vrijwillige, maatschappelijke diensttijd gaat in februari van start. Dat is opnieuw later dan gepland. Verantwoordelijk staatssecretaris Paul Blokhuis nam meer tijd om te luisteren naar de wensen van jongeren zelf en hun opdrachtgevers in spe.
Het was de bedoeling om de maatschappelijke diensttijd deze maand, aan het begin van het nieuwe schooljaar, officieel af te trappen. Maar dat lukte niet. Blokhuis wilde voorkomen dat de diensttijd vooral gymnasiasten en maatschappelijk al actieve jongeren zou trekken.
De nieuwe vertraging zit de staatssecretaris niet dwars. Hij wijst erop dat een flinke groep jongeren al is begonnen aan de maatschappelijke diensttijd. En de aanloop moest "zorgvuldig. Er is immers veel geld mee gemoeid, straks 100 miljoen euro per jaar."
Het idee komt uit de koker van CDA en de ChristenUnie en staat in het regeerakkoord. De diensttijd zou oorspronkelijk al in 2018 ingaan, maar liep meermalen vertraging op.