"Het zijn echt heftige werkzaamheden", zegt majoor Angelo Wouters over de taken van de Nederlandse marechaussees in Oekraïne. Ze onderzoeken daar mogelijke oorlogsmisdaden. "We zijn aan het pionieren onder deze omstandigheden."
Een voorbeeld van het zware werk: de forensische onderzoekers doen al twee weken onderzoek naar lichamen uit het krijgsgevangenkamp Olenivka bij Donetsk. Rusland zou daar volgens Oekraïne en de Europese Unie tientallen Oekraïners hebben gedood.
De lichamen liggen opgestapeld en elke dag komen er meer bij. Er zijn al vijftig lichamen onderzocht. Een aantal slachtoffers is verkoold. De lichamen worden gescand op zoek naar bewijslast. Van de mensen is niet veel over.
Een psycholoog is op afroep beschikbaar voor de marechaussees, zegt Wouters in Kiev tegen de delegatie van minister Wopke Hoekstra (Buitenlandse Zaken) die een eendaags bezoek bracht aan Oekraïne. Het is ook gevaarlijk werk. Op veel plaatsen hebben de bezetters boobytraps of mijnen achtergelaten.
Nog nooit begon een zoektocht naar oorlogsmisdaden zo vroeg in een oorlog. De Russen vielen op 24 februari het buurland binnen en momenteel zijn tientallen aanklagers aan de slag om misdaden van de Russen op te sporen. Dat is een enorme taak want de mensenrechten lijken massaal te zijn geschonden.
Het is de tweede missie van de marechaussee naar Oekraïne onder de vlag van het Internationaal Strafhof (ICC). De eerste keer was in mei. Toen ging het om dertig mensen voor twee weken. De nieuwe inzet is met 42 mensen en voor een periode van zes weken. Maar dat is niet lang genoeg, vinden ze.
"Het is lastig voor ons om naar huis te gaan", aldus Wouters. "Nu kun je doorpakken." Ze blijven nog 2,5 week. Maar de volgende Nederlandse missie gaat pas in april. En er is geen team uit een ander land dat intussen hun werkzaamheden voortzet.
Anders dan in mei zijn de marechaussees deze keer in meer gebieden aan het werk. Behalve in Kiev opereren ze ook in Charkov en Izjoem. De Russische dreiging maakt het werk niet makkelijker. Op hun basis bij Poltava in de buurt van Charkov gaat ‘s nachts vaak het luchtalarm af.
Het is de eerste oorlog ook waar mobiele telefoons een belangrijke rol kunnen spelen bij de waarheidsvinding. Daarom zijn digitale rechercheurs mee op missie. Zij lezen telefoons en computers van de Russen uit. "We kraken bijna alles", zegt adjudant Ivo. Tientallen mobieltjes liggen op z'n bureau. Ze vinden verwijderde memo’s, berichten en foto’s. "Dit is forensisch bewijs dat sterk staat in de rechtbank", zegt Ivo.
Volgens minister Hoekstra is het werk van de marechaussees "bitter noodzakelijk". Hij ziet ook dat het "zeer ingrijpend" voor hen is. De bewindsman wil proberen andere landen over te halen om ook mee te gaan doen aan dit pionierswerk.