PvdA'er Martin van Rijn volgt VVD'er Bruno Bruins tijdelijk op als minister voor Medische Zorg en Sport. Dat maakte premier Mark Rutte vrijdag bekend. Van Rijn was in het vorige kabinet staatssecretaris op het ministerie van Volksgezondheid. De 64-jarige Van Rijn vervult de functie voor drie maanden. Hij gaat op persoonlijke titel in het kabinet zitten.
"Partijkleur is niet interessant", zei Rutte. "We zitten op dit moment in een grote crisis en hij was een van de beste leden van het vorige kabinet. Hij is ervaren, direct inzetbaar en kent het ministerie heel goed." Van Rijn tekent niet voor het regeerakkoord en krijgt daarom ook niet de taak belangrijke maatregelen daaruit in de Tweede Kamer te verdedigen. Grote Kamerdebatten laat hij over aan Hugo de Jonge, zijn collega op het ministerie van Volksgezondheid.
Van Rijn wordt maandag beëdigd door de koning. Nederland kan "ontzettend blij" zijn dat deze ervaren bewindsman bereid is deze taak op zich te nemen, meent Rutte. De Nederlanders kunnen er volgens hem veel vertrouwen uit putten.
Dat sommige Kamerleden zich om de tuin geleid voelden door de manier waarop Van Rijn als staatssecretaris miljarden extra voor de verpleeghuizen regelde, moet volgens Rutte nu geen kwestie zijn. "Hou nou op! Wees blij dat-ie komt! Nederland wil nu maar één ding, dat we het niet daar over hebben, maar dat we die coronacrisis bestrijden."
Van Rijn kent ook De Jonge heel goed. Ze gaan samen de coronacrisis aanpakken, al blijft De Jonge de spil van het coronabeleid. De Jonge is "ongelooflijk blij" dat Van Rijn met zijn "ongelooflijke bak aan ervaring bereid is om zijn mouwen op te stropen en naar voren te stappen".
De CDA-vicepremier complimenteert ook coalitiepartner VVD, die een van haar ministersposten tijdelijk opgeeft. De grootste regeringspartij heeft volgens hem landsbelang voor partijbelang laten gaan en heeft gekozen voor "de beste man op deze plek".
De PvdA zit niet in de coalitie en treedt ook niet alsnog toe. Het is uitzonderlijk dat een lid van een oppositiepartij toetreedt tot een kabinet. Dat gebeurde voor het laatst in bevrijdingsjaar 1945, toen het landsbestuur weer moest worden opgebouwd en kabinetten bij voorkeur op zo breed mogelijke steun leunden. Vaak verzet de partij van de bewindspersoon in spe zich tegen diens aanstelling. Maar Van Rijns PvdA is nu "trots".
Het is niet waarschijnlijk dat Van Rijn langer blijft dan drie maanden, zegt Rutte. Dat is ook "niet de bedoeling".