Over bepaalde gevoelige medisch-ethische kwesties zijn in het coalitieakkoord geen harde afspraken gemaakt. In plaats daarvan wordt de keuze aan individuele Kamerleden gelaten.
Het gaat om wetsvoorstellen om de zogenoemde abortuspil verkrijgbaar te maken bij de huisarts, en een voorstel om de minimale bedenktermijn af te schaffen voor vrouwen die hun zwangerschap willen beëindigen. Progressieve partijen in de Tweede Kamer, waaronder coalitiepartij D66, zijn voorstander van beide ideeën.
De fracties van VVD en D66 gaan de komende tijd twee voorstellen voorbereiden. Een ervan gaat over het selecteren van embryo's die door ivf tot stand komen op ernstige erfelijke aandoeningen. Dit voorstel moet het mogelijk maken om embryo's die op zichzelf gezond zijn, maar een gen meedragen dat bij latere generaties tot een ernstige aandoening kan leiden, uit de selectie te halen.
Het andere voorstel is een aanpassing van de Embryowet, om het verbod op kweken van embryo's voor een ander doeleinde dan zwangerschap op te heffen. Dan zou een embryo bijvoorbeeld kunnen worden gemaakt voor wetenschappelijk onderzoek.