Supermarkten besteden op hun websites en in hun rapportages meer aandacht aan dierenwelzijn bij de producten die ze verkopen. Maar de verantwoordelijkheid voor het dierenwelzijn leggen ze bij de consument die de producten koopt, zegt Questionmark op basis van eigen onderzoek. De stichting probeert supermarkten aan te zetten om gezonder, duurzamer en diervriendelijker voedsel te verkopen.
Vooral bij eieren stellen supermarkten tegenwoordig minimale eisen als het gaat om dierenwelzijn. Alle supers hebben eerder ook toegezegd vanaf 2023 geen plofkippen meer te verkopen. Maar met aanbiedingen voor diervriendelijker zuivel of vlees is het minder goed gesteld, vindt de stichting. Nauwelijks de helft van de onderzochte supermarkten publiceert gegevens over het percentage producten dat ze verkopen met een dierenwelzijnskeurmerk.
Het onderzoek is uitgevoerd onder zes supermarkten: Albert Heijn, Aldi, Coop, Dirk, Ekoplaza, Jumbo, Lidl en Plus. De onderzoekers noemen Ekoplaza een duidelijke voorloper. Lidl volgt als tweede. Albert Heijn en Jumbo behoren tot de middenmoot. Plus, Dirk, Coop en Aldi staan onderaan.
Albert Heijn en Jumbo namen de afgelopen tijd iets meer actie om dierenwelzijn te verbeteren, maar dat kan volgens Questionmark een momentopname zijn. Lidl wist zich vooral al te onderscheiden met kleine acties op het gebied van dierenwelzijn, zoals het nadrukkelijk benoemen dat de winkelketen vleesconsumptie wil verminderen. In de eindscores zat er overigens weinig verschil tussen de middenmoot en achterblijvers.