Het aantal mensen dat asiel aanvraagt in Nederland is vorig jaar licht gestegen. Dat komt doordat Nederland meer asielzoekers heeft overgenomen van Turkije, Griekenland en Italië, blijkt uit cijfers van het ministerie voor Justitie en Veiligheid.
De 'gewone' asielstroom, goed voor ruim 31.000 van de 35.000 asielzoekers, is vrijwel gelijk gebleven. Onder hen zijn net als vorig jaar weer meer mensen die zich bij een eerder toegelaten familielid voegen. Dat is een gevolg van de grote stroom vluchtelingen die in 2015 naar Nederland kwam, die zo nog na-ijlt.
Europese landen spraken dat jaar onderling en met het overbelaste Turkije af asielzoekers te zullen herverdelen. Nederland neemt sindsdien mensen op uit opvangkampen in Turkije, Griekenland en Italië. Vorig jaar waren dat er in totaal 3700, waarmee Nederland het beter doet dan veel andere EU-lidstaten.
Van de asielzoekers die in Nederland belanden, komen er nog altijd veel uit Syrië, waar al zeven jaar een burgeroorlog woedt. Ook het aandeel van Eritreërs is nog steeds groot.
De Nederlandse asielzoekerscentra worden steeds leger en asielzoekers verlaten de centra sneller, blijkt uit de cijfers. Van de bewoners zit inmiddels twee derde er minder dan een jaar. Het aantal minderjarigen dat zonder familie in een azc verblijft, is gehalveerd.
Doordat er minder asielzoekers huizen, waren er vermoedelijk ook minder incidenten op de azc's. Dat aantal nam in gelijke mate af. De politie hoefde veel minder vaak op te treden. Er werden minder geweld, diefstal en andere vergrijpen gepleegd. Asielzoekers deden zichzelf ook minder vaak iets aan.