Vrouwen tot 65 jaar ervaren bij de eerste prik met het AstraZeneca-vaccin meer bekende bijwerkingen dan bij het middel van Pfizer/BioNTech, meldt Bijwerkingencentrum Lareb na onderzoek.
Na een prik met het middel van AstraZeneca ervaart 61 tot 67 procent van de vrouwen hoofdpijn, spierpijn, vermoeidheid of algemeen niet lekker voelen. Na de Pfizer/BioNTech-vaccinatie was dit 22 tot 36 procent. Daarbij kreeg 39 procent van de vrouwen in het onderzoek na de AstraZeneca-prik koorts. Bij het Pfizer/BioNTech-vaccin was dit 5 procent. Volgens Lareb duurde de koorts meestal maar één of twee dagen. Het gaat om bekende bijwerkingen die ook in de bijsluiters staan vermeld.
"Het is goed dat mensen er op voorbereid zijn dat ze een dagje koorts kunnen krijgen en zich niet lekker voelen en er rekening mee houden, bijvoorbeeld in verband met mogelijk verzuim van werk", zegt Agnes Kant, epidemioloog en directeur bij Lareb.
Lareb baseert zich op een vragenlijstonderzoek onder vrouwen van 21 tot 65 jaar. Van hen kregen 599 Pfizer/BioNTech en 3331 AstraZeneca. Het zijn vooral zorgmedewerkers, meer dan 92 procent. Volgens het centrum is tot nu toe alleen deze groep groot genoeg om al een vergelijking te kunnen maken.
Hoe vaak bijwerkingen worden ervaren kan anders zijn in de andere groepen. Ook kan iemand die bijwerkingen ervaart mogelijk eerder meedoen met het onderzoek. De percentages zijn daarom volgens Lareb niet door te vertalen naar de hele bevolking. Meer resultaten over de andere leeftijdsgroepen, mannen, de tweede vaccinaties en het vaccin van Moderna volgen later.