Huisartsen hebben vorige week meer dan 100.000 mensen doorverwezen naar een ziekenhuis of een kliniek. Voor het eerst sinds de uitbraak van het coronavirus is het aantal verwijzingen boven die grens uitgekomen, zegt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).
Doordat het aantal coronapatiënten snel toenam, met name in maart, moesten ziekenhuizen de reguliere zorg stilleggen. Operatiekamers en andere afdelingen werden omgebouwd tot ruimtes voor coronapatiënten. Artsen en verpleegkundigen van andere afdelingen werden daar ingezet. In de afgelopen weken zijn ziekenhuizen bezig om de reguliere zorg weer op gang te krijgen. Volgens de NZa ligt het aantal verwijzingen naar ziekenhuizen op 80 procent van het niveau voor de corona-uitbraak. Het aantal verwijzingen naar ggz-instellingen is gestegen tot 85 procent van "het verwachte aantal verwijzingen".
Huisartsen hebben door de uitbraak waarschijnlijk meer dan 743.000 verwijzingen minder naar een ziekenhuis gedaan, schat de NZa. Bovendien deden ze vermoedelijk 54.000 minder verwijzingen naar de geestelijke gezondheidszorg. Het uitstellen van zorg zou in de komende tijd tot extra sterfgevallen kunnen leiden.
Op sommige terreinen worden nu meer mensen doorverwezen dan verwacht. Dat gebeurt onder meer bij dermatologie. Mogelijk zijn huisartsen de achterstanden van de afgelopen maanden aan het wegwerken.