De politie en het Openbaar Ministerie moeten meer doen om bewijzen te vinden in zaken over seksueel geweld tegen kinderen. Dat zegt de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, Herman Bolhaar. Nu wordt 30 procent van de zaken geseponeerd wegens gebrek aan bewijs.
Bolhaar vindt dat meer moeite moet worden gedaan om informatie van gegevensdragers te halen. ,,Die moeten vaker worden onderzocht om te kijken of er steunbewijs op te vinden is, zoals chatgesprekken met of over het slachtoffer.'' Bolhaar publiceert donderdag de Dadermonitor seksueel geweld tegen kinderen 2013-2017.
Het aantal meldingen van seksueel geweld tegen kinderen steeg de afgelopen vijf jaar gestaag, van 2900 in 2013 tot 3400 vorig jaar. Toch daalt het aantal strafzaken, van 800 vijf jaar geleden tot 700 in 2017. Dat leidde gemiddeld in 80 procent van de gevallen tot een veroordeling. Het aantal vrijspraken nam af van 18 procent (2013) naar 15 procent (2017). In de overige gevallen werd de verdachte bijvoorbeeld ontoerekeningsvatbaar verklaard, waardoor hij niet kon worden veroordeeld.
De rechter kiest bij een veroordeling tegenwoordig vaker voor een celstraf, in plaats van een voorwaardelijk celstraf of taakstraf.
Het aantal meldingen van kinderpornografie verzesvoudigde in de afgelopen jaren. Het aantal zaken dat wordt onderzocht, werd juist kleiner. Volgens politie en OM komt dat doordat de zaken steeds complexer worden en ze met dezelfde capaciteit dus minder zaken kunnen onderzoeken.
Bolhaar noemt dat 'zorgelijk'. ,,Kinderpornografie moet optimaal bestreden kunnen worden.''