Treinreizigers kregen in 2021 meer grote storingen te verduren dan een jaar eerder, al hebben ze hier nog steeds minder mee te maken dan voor de coronacrisis. Dat blijjkt uit een analyse op gegevens van Rijdendetreinen.nl van alle storingen waardoor treinen minstens 10 minuten waren vertraagd.
In 2021 waren op spoortrajecten 4150 vertragingen van tien minuten of langer. Dat is meer dan de 3585 storingen die in 2020 werden geteld. In 2019 hadden reizigers nog met 4639 storingen te maken.
Vorig jaar zijn de meeste storingen veroorzaakt door problemen met het treinmaterieel, namelijk een derde van het totaal. Ook problemen met de infrastructuur zijn een belangrijke oorzaak van niet-rijdende of vertraagde treinen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om een beschadigde bovenleiding, een defecte overweg of een wisselstoring. Een opvallend groot deel van de treinstoringen vond plaats tijdens de avond- of ochtendspits, namelijk een kwart.
De NS zegt in een reactie zijn eigen prestaties te beoordelen door onder meer te bekijken hoe vaak reizigers op tijd aankomen. De spoorvervoerder schat in dat 94,4 procent van de reizigers in 2021 op tijd was, een verbetering ten opzichte van de 93,5 procent die een jaar eerder werd gemeten. De NS vervoerde dagelijks gemiddeld 611.000 reizigers, een ruime halvering ten opzichte van 2019, toen er nog geen coronapandemie was.
De cijfers over treinstoringen van Rijdendetreinen.nl gaan overigens niet alleen over de NS, maar ook over regionale vervoerders als Connexxion en Keolis.
Rotterdam Centraal kreeg in 2021 net als een jaar eerder de meeste treinstoringen te verduren, namelijk 421. Daarna volgen Schiphol Airport en Utrecht Centraal met respectievelijk 314 en 308 storingen. Breda, Amersfoort Centraal, Arnhem Centraal, Amsterdam Centraal en Leiden Centraal staan eveneens hoog in de lijst, met elk meer dan 200 storingen.
Bij Arnhem Centraal is het aantal storingen het meest toegenomen ten opzichte van een jaar eerder, met 96. Ook bij Amersfoort Centraal, Leiden Centraal, Dordrecht, Arnhem Zuid, Elst, Haarlem en Utrecht Overvecht nam het aantal storingen in een jaar met meer dan 50 toe.