Het gaat op zich prima met de Nederlandse dans, maar het kan nog beter en vooral: het kan voor meer mensen en op meer plekken. De Raad voor Cultuur doet aanbevelingen daarvoor in zijn advies voor de danssector, dat vrijdag verschijnt.
Nederland heeft een betere spreiding nodig van de grotere en betere dansproducties, hedendaags en klassiek. Ook moeten vrije producenten worden gestimuleerd om hedendaagse en klassieke choreografieën te brengen. Verder moet het aanbod veelzijdiger, diverser en pluriformer worden; de raad ziet graag ,,dansaanbod op maat in het hele land''.
,,Elke stad of stedelijke cultuurregio heeft een continu, consequent en samenhangend dansprogramma nodig, waarin toegankelijke, aansprekende dans naast experimenteler of onbekender dans wordt geprogrammeerd; grootschalig naast kleinschalig; beginnend naast gevestigd talent, waarin dansmakers elkaar kunnen versterken en waarbij bezoekers de kans wordt geboden te 'groeien’ als danskijker'' , aldus het adviesorgaan verder.
De danssector moet samenwerken met andere culturele en maatschappelijke domeinen, zoals de entertainmentsector, de vrijetijds- en amateurdanssector en het basis- en voortgezet onderwijs. Dat zal het draagvlak voor dans verder vergroten. Ook in de zorg is er nog meer te winnen. Dansdocenten en -therapeuten dansen al met ouderen, mensen met Alzheimer of Parkinson, mensen met een fysieke of mentale beperking of mensen met traumatische ervaringen.
De raad is overigens prima te spreken over de kwaliteit en de vernieuwende kracht van de artistieke danssector en eveneens over de belangstelling van het publiek. Ook is er in de amateurdanssector van alles te beleven. ,,Toch wordt die grote potentie niet ten volle benut. Het lukt dansgezelschappen en theaters niet of onvoldoende om in het hele land structureel publiek op te bouwen. Vooral buiten de grote steden blijft het publiek voor de danskunst beperkt in omvang en diversiteit, maar ook binnen die steden is het vooral een hoogopgeleid, traditioneel westers publiek dat affiniteit heeft met het bestaande aanbod'', constateert de Raad voor Cultuur.