De hoeveelheid zwerfafval in de Waddenzee neemt toe. Het gaat vooral om plastic, paraffine en keramiek. Er is vooralsnog geen goede verklaring voor de stijging van de hoeveelheid afval, aldus Rijkswaterstaat en de Waddenunit, een onderdeel van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Rijkswaterstaat en de Waddenunit meten sinds 2018 jaarlijks hoeveel afval er in de Waddenzee zwerft.
Beide organisaties onderzoeken daarvoor de hoeveelheid afval bij drie wadplaten: Steenplaat bij de kust van Vlieland, Griend bij Terschelling en Zuiderduintjes bij Rottumeroog. Op Griend bleek de stijging van de hoeveelheid zwerfafval het hoogst. Daar werd veel plastic van snoep- en chipszakken gevonden, en naast pluis van nylon visserstouwen ook opvallend veel resten van heliumballonnen, die kennelijk gebruikt zijn bij feestjes, aldus Rijkswaterstaat.
Langs Griend loopt de vaarroute naar de haven van Harlingen, die ook veel door de recreatievaart wordt gebruikt. Door de coronacrisis bleven veel vakantievierders in eigen land. Het zou kunnen dat de toename van zwerfafval in de Waddenzee te maken heeft met meer toerisme, denkt Rijkswaterstaat. De Waddeneilanden meldden eerder al meer schade door motorcrossers en mountainbikers in de duinen.
Naast plastic afval zijn veel brokken paraffine gevonden. Dat is een restproduct van olieraffinage. De brokken komen vrij als schepen hun ruim schoonspoelen en legen. Er wordt volgens Rijkswaterstaat gewerkt aan afgiftepunten voor paraffine in havens.
Het afvalonderzoek in de Waddenzee wordt de komende jaren herhaald. De onderzoekers willen vooral weten waar het afval vandaan komt, zodat er maatregelen genomen kunnen worden om rommel in de Waddenzee tegen te gaan.