Wegwerpplastic moet worden verboden, vindt een ruime meerderheid van de Nederlandse deelnemers aan een peiling die onderzoeksbureau Ipsos heeft gehouden. In opdracht van het Wereld Natuur Fonds (WWF) vroeg het bureau ruim 500 mensen in ons land wat ze vinden van de stelling "plastic voor eenmalig gebruik moet zo snel mogelijk worden uitgebannen". Daar was 71 procent het mee eens.
Ook in andere landen heeft het WWF de meningen over plastic en regelgeving laten peilen door Ipsos. Een verbod op wegwerpplastic wordt in landen als Argentinië en Australië door ongeveer acht op de tien ondervraagden gesteund. In de Verenigde Staten ligt dat percentage een stuk lager: daar is 55 procent voor een verbod.
Volgens de onderzoeksresultaten is in alle 28 landen waar de peiling is gehouden een grote meerderheid te vinden voor het sluiten van een internationaal bindend verdrag tegen plasticvervuiling. In totaal deden aan de peiling meer dan 20.000 mensen mee. Ook de meeste Nederlandse respondenten vinden zo'n verdrag een goed idee: 57 procent vindt het "heel belangrijk" of zelfs "essentieel", bijna 30 procent ziet het als "redelijk belangrijk". Van de resterende minderheid vindt ruim 8 procent het niet belangrijk, ruim 5 procent zegt het niet te weten.
In dezelfde peiling was 84 procent van de Nederlanders het eens met de stelling dat fabrikanten en verkopers verantwoordelijk zijn voor het verminderen van het plasticgebruik en voor hergebruik. "Een beter milieu begint bij de overheid en het bedrijfsleven en niet bij consumenten", concludeert het WWF. "De huidige plasticcrisis is hiervoor te groot."
Het WWF waarschuwde eerder dit jaar al in een ander rapport voor een sterke toename van het plasticafval in de oceanen in de komende decennia. Zonder actie dreigt deze vervuiling volgens de organisatie te verviervoudigen tegen 2050. De organisatie ziet in een top van het VN-Milieuprogramma, die volgende week wordt gehouden in Kenia, een goed moment om zo'n verdrag op te stellen.