De meeste huishoudens gaan er, behoudens persoonlijke veranderingen, in koopkracht nauwelijks op vooruit. De meeste groepen hebben volgend jaar ongeveer net zoveel te besteden als dit jaar, meldt het ministerie van Sociale Zaken op Prinsjesdag. De economie herstelt flink en de cao-lonen stijgen, maar ook de prijzen gaan omhoog.
Lagere inkomensgroepen gaan er relatief meer op vooruit dan de hoogste inkomensgroep, en uitkeringsgerechtigden gaan er iets meer op vooruit dan werkenden en gepensioneerden. De enige groep wiens besteedbaar inkomen iets achteruitgaat, zijn de eenverdieners. Vooral gezinnen met één kostwinner en een modaal inkomen komen er relatief slecht van af: die groep gaat er ongeveer 0,5 procent op achteruit. Dit komt onder meer door de afbouw van de belastingkorting die de 'aanrechtsubsidie' wordt genoemd.
Deze groep gaat erop achteruit, ondanks de ruim 200 miljoen euro die het kabinet uittrekt voor lastenverlichting voor eenverdieners, gezinnen en mensen met een kleine beurs.
Verder hebben vooral maatregelen die al lopen effect op het besteedbare inkomen, zoals de aangekondigde afbouw van de zelfstandigenaftrek.
Het kabinet verwacht dat de economie zich beter herstelt van de coronacrisis dan eerst gedacht. In 2022 groeit de economie 3,5 procent, voor dit jaar wordt uitgegaan van een groei van 3,9 procent.
De koopkrachtplaatjes gelden overigens alleen als een persoonlijke situatie niet verandert. Het kabinet verwacht iets meer werklozen door het aflopen van de economische steunpakketten, maar het effect daarvan is dus niet zichtbaar in het koopkrachtbeeld.