Midden- en Noord-Limburg zijn de afgelopen dagen tijdens het hoogwater van de Maas "door het oog van de naald gekropen". Dat zei voorzitter Antoin Scholten van de Veiligheidsregio Limburg Noord zondagavond. Dat het goed is afgelopen is volgens hem mede te danken aan de vele vrijwilligers, de militairen van Defensie en medewerkers van het waterschap.
Nu gaat het erom de zeventien zwakke plekken in de hoogwaterbescherming aan te pakken, zei Scholten. Daarvoor is 750 miljoen euro gereserveerd. De versterking van de zeventien zwakke kades en dijken moet de kans op een overstroming beperken tot eens in de honderd jaar.
Het versterken daarvan zat al in de pijplijn, maar de provincie werd voortijdig overvallen door de recente hoogwatergolf. Sinds 1995 zijn veel dijken versterkt en er zijn grote bergingen gekomen waar het wassende water terecht kan.
"Het was een lakmoesproef", zei Scholten. "Maar we hadden geen rekening gehouden met waterstanden hoger dan die in 1995. Dat leert ons dat ons scenario waterveiligheid moet worden bijgesteld."
Hij verwacht dat de Deltacommissaris en de verantwoordelijke minister nu wel wat nauwgezetter zullen kijken naar de provincie. De besluitvorming over de zeventien zwakke plekken moet sneller gaan, zei hij. "Een groot aantal maatregelen stond weliswaar in de planning, maar er is nog veel overleg met onder meer betrokken bewoners en boeren. Ik denk dat er nu wel druk op staat."