ING moet de samenwerking stoppen met vervuilende bedrijven "die onze toekomst in gevaar brengen", eist Milieudefensie. Om dit af te dwingen spant de klimaatorganisatie een rechtszaak aan tegen de Nederlandse bank.
ING rapporteerde in 2022 dat ze verantwoordelijk is voor de uitstoot van meer dan 61 megaton broeikasgassen. Dat is meer dan alle andere Nederlandse banken en Milieudefensie denkt dat het werkelijke aandeel hoger ligt. Een groot deel van de uitstoot van ING wordt veroorzaakt door leningen aan en samenwerkingen met vervuilende bedrijven, benadrukt de klimaatorganisatie. Die eist dat de uitstoot waar ING verantwoordelijk voor zou zijn met bijna de helft wordt teruggebracht voor 2030.
Alle vervuilende bedrijven waar ING zaken mee doet, moeten een plan maken om de uitstoot terug te dringen en de klimaatdoelen te halen. ING is nu nog "Nederlands invloedrijkste bankier van de klimaatcrisis", zegt directeur Donald Pols van Milieudefensie. De klimaatorganisatie spande eerder met succes een klimaatzaak aan tegen Shell.
In 2021 won Milieudefensie die rechtszaak. De rechter bepaalde dat Shell zijn CO2-uitstoot in 2030 in elk geval met 45 procent verminderd moet hebben vergeleken met 2019. Milieudefensie kondigde eind november aan dat de organisatie nu ook in de financiële sector "klimaatrechtvaardig beleid" wil eisen.
Milieudefensie heeft onderzoek laten uitvoeren, waarbij zeven banken, verzekeraars en pensioenfondsen in Nederland zijn doorgelicht. Kredietverzekeraar Atradius deed het daarbij het slechtst en stond onderaan de lijst, gevolgd door onder meer ING, Rabobank en ABN AMRO. Een woordvoerder laat weten dat de keuze op ING is gevallen omdat de organisatie denkt daarmee de meeste impact te maken. "En uiteindelijk moet het klimaatbeleid van alle bedrijven beter, dus toekomstige zaken zijn niet uitgesloten."
De klimaatorganisatie liet eerder nog in het midden welk van de zeven genoemde bedrijven zich moet gaan verdedigen voor de rechtbank. ING zet volgens Milieudefensie "muizenstapjes" in de goede richting. Uiteindelijk is het "beleid nog steeds zwaar onvoldoende", vindt de organisatie. De bank kondigde onder meer in december aan dat ze in 2040 stopt met het financieren van olie- en gasproductie en de leningen in duurzame energie verdrievoudigt.