Milieudefensie heeft de rechtszaak verloren die de organisatie tegen de Nederlandse staat had aangespannen over schone lucht. De milieuorganisatie eiste - samen met andere organisaties en individuele personen - dat de staat meer doet tegen luchtvervuiling en dat momenteel het ,,mensenrecht op gezondheid" geschonden wordt.
De rechtbank in Den Haag oordeelde woensdag echter in een tussenvonnis dat de vorderingen afgewezen moeten worden. Milieudefensie overweegt in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak.
De inzet van de procedure is verbetering van de luchtkwaliteit in Nederland door het terugdringen van de vervuilende stoffen stikstofdioxide (NO2) en fijnstof (PM2,5 en PM10). De staat moet verplichtingen uit Europese richtlijnen naleven, maar deze zijn minder streng dan de richtwaarden voor luchtkwaliteit van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). ,,De staat 'werkt toe' naar het bereiken van de WHO-richtwaarden, die nog niet overal in Nederland zijn bereikt. De rechtbank oordeelt dat de staat niet nu al of op korte termijn aan de WHO-richtwaarden moet voldoen. Er is geen verdragsbepaling die de staat daartoe verplicht", motiveert de rechtbank.
De rechtbank komt hiermee tot een ander oordeel dan de uitspraak in een kort geding van afgelopen september. Toen bepaalde de rechter dat de staat een luchtkwaliteitsplan moest opstellen dat aan de regels voldoet. Het plan dat vervolgens door de staat werd gepresenteerd, schiet volgens Milieudefensie echter tekort. ,,Het kortgedingvonnis bevat een voorlopig oordeel, dat geen bindende kracht heeft in deze bodemprocedure", aldus de rechtbank.
Milieudefensie is ,,erg teleurgesteld" over het vonnis en overweegt hoger beroep, laat campagneleider duurzame mobiliteit Anne Knol in reactie weten. ,,Het is allang bewezen dat mensen ziek worden door de slechte luchtkwaliteit. Dit vonnis staat lijnrecht tegenover uitspraken van andere Europese rechters. De rechter bevestigt wel opnieuw dat de Europese luchtkwaliteitsnormen worden overschreden en dat dit negatief is voor de gezondheid. Hoger beroep ligt voor de hand, maar moeten we verder bespreken met onze advocaat."