De GGD'en gaan versneld mensen van 18 tot 60 jaar oud met een medische indicatie vaccineren. Huisartsen, verpleegkundigen, basisartsen en de GGD'en werken samen met het RIVM om de ongeveer miljoen mensen in deze doelgroep hun inenting te geven. Ze krijgen het vaccin van Pfizer/BioNTech of Moderna.
In principe wordt van oud naar jong gevaccineerd, omdat ouderen een groter risico lopen op een ernstig verloop van een besmetting dan jongere doelgroepen. De 18- tot 60-jarigen met een medische indicatie lopen echter ongeveer hetzelfde risico als mensen van 50 tot 60 jaar oud, en krijgen daarom voorrang. Ze krijgen vanaf de eerste week van mei een uitnodiging via hun huisarts. Die uitnodigingen worden "in groepen" uitgestuurd.
Het gaat om de groep die ook uitgenodigd wordt voor een griepprik. Aanvankelijk zouden zij tegelijk gevaccineerd worden met de groep van 50 tot 60 jaar oud, maar dat wordt nu iets eerder. Bovendien wordt er extra vaart gemaakt door samen te werken met de GGD'en, in plaats van het hele project aan de huisartsen over te laten, aldus het ministerie van VWS.
Deze strategie kwam tot stand na "goed overleg" tussen zorgminister Hugo de Jonge, de koepels van de huisartsen en GGD'en en het RIVM, dat over het vaccinatieprogramma gaat. Op deze manier kan het aantal prikken volgens het ministerie opgevoerd worden naar 1,5 miljoen prikken per week.
Hoewel het vaccinatieprogramma in principe per leeftijdsgroep gaat, werden eerder ook al mensen met een medische indicatie uitgenodigd. Het ging toen om een kleinere groep van mensen met specifieke ziekten, zoals ALS of leukemie. Zij moeten in de tweede helft van mei allemaal hun eerste inenting gekregen hebben. Huisartsen blijven ook niet-mobiele zestigplussers thuis inenten.