Er zijn vorig jaar minder mensen naar de politie of een andere instantie gestapt om discriminatie te melden. Het aantal meldingen was de afgelopen vier jaar niet zo laag.
Vooral meldpunt voor internetdiscriminatie MiND heeft fors minder klachten geregistreerd, valt te lezen in een overzichtsrapport dat in opdracht van de politie en het ministerie van Binnenlandse Zaken is gemaakt. In 2017 liep het juist storm bij MiND, maar het aantal meldingen is na een daling van 57 procent weer terug op het niveau van voorheen.
Vorig jaar telde minder spraakmakende incidenten die een heftige maatschappelijke discussie over discriminatie ontketenden, denken de onderzoekers. In het verleden zorgden bijvoorbeeld de zwartepietendiscussie, maar ook een dancefeest dat zich tot woede van hindoes tooide met een hindoeïstische naam, juist voor pieken in het aantal meldingen. Ook nieuwe gedragsregels van Facebook en andere internetbedrijven zouden het aantal meldingen van onlinediscriminatie kunnen hebben gedrukt.
Maar het is moeilijk om de terugloop precies te verklaren, stellen de onderzoekers. Misschien was er daadwerkelijk minder discriminatie, maar het zou ook kunnen dat mensen daarover minder gauw aan de bel trekken. Dat de daling licht is en discriminatie ook op grofweg dezelfde manier blijft opspelen, duidt er volgens het rapport op dat het gewoon een taai probleem is waarin weinig echt schot in zit.
De politie registreerde in 2018 3.299 meldingen van discriminatie, 6 procent minder dan een jaar eerder. Bij lokale antidiscriminatiebureaus kwamen 4320 meldingen binnen. Dat was in 2017 nog 8 procent meer.
Melders voelen zich nog altijd verreweg het vaakst weggezet om hun herkomst. Daaronder vallen bijvoorbeeld huidskleur en een status als asielzoeker.
Het aantal meldingen bij antidiscriminatiebureaus van discriminatie wegens een handicap groeit. Dat is daar inmiddels de op een-na-grootste categorie. Bij de politie is dat discriminatie op grond van seksuele geaardheid.