Bij de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen hebben iets minder kiezers op een vrouw gestemd. In totaal ging 38 procent van de stemmen naar een vrouw, tegenover 41 procent in 2021. Volgens stichting Stem op een Vrouw - die voor alle kieskringen de proces-verbalen met uitslagen verzamelde - komt dit mogelijk doordat verkiezingswinnaar PVV slechts acht vrouwen op de lijst had staan.
Volgens de stichting stijgt het aantal vrouwen in de Kamer naar verwachting wel, van 56 naar 61. Per partij loopt het aandeel stemmen dat naar een vrouw ging sterk uiteen. Kiezers van de SP, VVD, Partij voor de Dieren, BBB en ChristenUnie stemden relatief het vaakst op een vrouw. Dit zijn allemaal partijen met een vrouwelijke lijsttrekker.
Zo kozen ruim negen op de tien SP-kiezers in het stemhokje voor een vrouw. Lijsttrekker Lilian Marijnissen kreeg daarvan ruim 83 procent van de stemmen. Ook Dilan Yeşilgöz (VVD), Caroline van der Plas (BBB) en Mirjam Bikker (CU) kregen het leeuwendeel van de stemmen. Partij voor de Dieren is daarop de voornaamste uitzondering. In totaal stemde 94 procent van de PvdD-kiezers op een vrouw. 68 procent koos voor lijsttrekker Esther Ouwehand, 26 procent voor een andere vrouw op de lijst. Bij geen enkele andere partij met een vrouwelijke lijsttrekker was dat aandeel zo laag als bij Partij voor de Dieren. De partij kampte in aanloop naar de verkiezingen met interne strubbelingen.
Onderaan de lijst staan SGP (geen enkel vrouwelijk kandidaat-Kamerlid), Forum voor Democratie (zo'n 2 procent van de stemmen ging naar een vrouw) en PVV (ongeveer 6 procent).
Volgens de telling van Stem op een Vrouw is één vrouw dankzij voorkeurstemmen verkozen. Daniëlle Hirsch (GroenLinks-PvdA) stond op een "onverkiesbare" plek maar komt dankzij voorkeurstemmen toch in de Kamer. Ook komt voor het eerst een non-binair persoon de Tweede Kamer in; Ines Kostić (PvdD).