De rechter heeft in 2020 minder strafzaken aangeleverd gekregen en heeft hier ook minder vaak een oordeel over geveld. De oorzaak ligt bij de uitbraak van het coronavirus. Magistraten behandelen tijdens de eerste lockdown alleen spoedeisende zaken. Bovendien zorgde de pandemie er ook op verschillende manieren voor dat het Openbaar Ministerie (OM) minder zaken doorstuurde naar de rechter.
Rechters deden vorig jaar 65.900 keer een uitspraak in eerste aanleg, 23 procent minder dan in 2019. De rechter legt de laatste jaren relatief gezien steeds meer gevangenisstraffen op en juist minder geldboetes.
Het OM nam vorig jaar 8 procent minder strafzaken in behandeling die mogelijk uit konden monden in een rechtszaak. In 45 procent van de beslissingen die justitie nam over zulke zaken kwam het tot een dagvaarding, ofwel een verzoek om voor de rechter te verschijnen. In 2019 ging het nog om 49 procent.
"Het OM hield er rekening mee dat rechters ook niet veel zaken konden behandelen", vermoedt een woordvoerder van het CBS. Een andere mogelijke oorzaak is dat justitie vanwege corona meer tijd nodig had om onderzoeken die voorafgaan aan strafzaken af te ronden.
Bovendien werd er minder criminaliteit geregistreerd toen het land op slot ging. Dat ging bijvoorbeeld om inbraken, zakenrollen en geweldpleging. Daardoor zijn vermoedelijk ook minder zaken bij de rechter terechtgekomen. Het effect hiervan is waarschijnlijk niet zo groot omdat het enige tijd duurt voordat het OM een zaak doorstuurt naar de rechter. Een afname van de geregistreerde criminaliteit betekent overigens niet dat er daadwerkelijk minder criminaliteit was, benadrukken de onderzoekers.
Justitie behandelt steeds minder strafzaken met een minderjarige verdachte. Vorig jaar was 8 procent van de verdachten in door het OM behandelde rechtbankstrafzaken minderjarig, tegen 13 procent in 2010.