Minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken) neemt de zorgen bij veel gemeenten over hun financiële situatie serieus. Maar ook na een zeldzame protestactie van enkele tientallen wethouders donderdag nabij het Binnenhof, deed zij in debat met een kritische Tweede Kamer geen concrete toezeggingen om de nood te lenigen.
Na jaren van bezuinigingen staat veel gemeenten het water aan de lippen. De situatie is volgens voorzitter Jan van Zanen van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) "volstrekt onhoudbaar geworden". Hij bood de Tweede Kamer in het bijzijn van tientallen wethouders uit het hele land een petitie aan om daar aandacht voor te vragen. Ook Ollongren liet zich zien en ging met de gemeentebestuurders in gesprek.
De minister erkende dat de nood hoog moet zijn. Wethouders Financiën gaan volgens haar in de regel niet naar Den Haag om hun hand op te houden, maar lossen hun problemen zelf op. "Dat zij nu wel komen, betekent dat we dit serieus moeten nemen", aldus de bewindsvrouw.
Om gemeenten en andere lagere overheden te helpen de financiële gaten te dichten die de coronacrisis in hun begrotingen heeft geslagen, stelde Ollongren eerder al 566 miljoen euro beschikbaar. Maar dat bedrag is eenmalig en lost volgens VNG de structurele problemen die in sommige gemeenten al jaren spelen niet op.
Ollongren toonde zich op aandringen van veel Kamerleden wel bereid tot overleg met de provincies over coulance met gemeenten die niet tot een sluitende begroting kunnen komen. "Ik wil daar graag de ruimte voor geven", zei de minister. Maar dat moet wel "op een manier dat het de gemeenten ook echt helpt".
Gemeenten vrezen dat uiteindelijk inwoners en bedrijven de dupe worden van de financiële problemen. Zo moet mogelijk gesneden worden in voorzieningen, zoals zwembaden, bibliotheken en buurthuizen, en moet wellicht de onroerendezaakbelasting (ozb) worden verhoogd.