DEN HAAG (ANP) - Minister Eppo Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) "betreurt" het dat het besluit om het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) voorlopig niet online toegankelijk te maken "in dit stadium gekomen is". Het beladen oorlogsarchief, met dossiers van ongeveer 425.000 Nederlanders die werden verdacht van collaboratie met de Duitse bezetter, zou vanaf 2 januari stapsgewijs digitaal worden opengesteld, maar dat wordt nu dus uitgesteld.
Bruins besloot hiertoe na een waarschuwingsbrief van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) over privacyrisico's die hij op 26 november ontving. "We zijn pas heel laat op de hoogte gesteld door de AP", zegt de minister over die timing. "Vanuit het perspectief van al die mensen die al zo lang wachten op de informatie die vanaf 2 januari online toegankelijk zou zijn, is de boodschap dat dit wordt uitgesteld natuurlijk heel vervelend."
Het project om het oorlogsarchief digitaal beschikbaar te maken, Oorlog voor de Rechter, startte in 2022. De minister meldt dat de privacyrisico's toentertijd in kaart zijn gebracht en op basis daarvan maatregelen zijn doorgevoerd.
Wetswijziging
Zo zouden de documenten uit het archief straks niet vindbaar zijn via zoekmachines als Google. Ook zouden dossiers van verdachten alleen online komen als vaststaat dat zij zijn overleden. Voor nog levende getuigen of slachtoffers die in de dossiers van de verdachten voorkomen, kon dat alleen op verzoek. Maar die maatregelen blijken nu niet voldoende voor de AP. Over de persoonsgegevens van nog levende mensen in het archief bestaan zorgen.
Bruins is van plan om het archief met een wetswijziging alsnog, zij het op een later moment, voor iedereen online toegankelijk te maken. Het CABR wordt beheerd door het Nationaal Archief, dat weer onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van OCW valt.