Het kappen van bomen langs doorgaande wegen om daarmee de verkeersveiligheid te vergroten, is een uiterst middel. Provincies moeten de gevolgen voor duurzaamheid en natuur goed onderbouwen, als ze in aanmerking willen komen voor geld dat het Rijk beschikbaar heeft gesteld voor het veiliger maken van wegbermen.
Dat heeft minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) dinsdag gezegd over de plannen van de provincie Gelderland om 343 bomen langs de N319 in de Achterhoek te gaan kappen. Over die plannen is grote ophef ontstaan. GroenLinks stelde in de Tweede Kamer vragen over het mogelijk ''verdwijnen van eeuwenoud landschap.''
Gelderland wil dat er een landelijke discussie komt over het kappen van bomen langs wegen, nu de emoties zo hoog oplopen. "Het vrijmaken van obstakels in bermen is landelijk veiligheidsbeleid. Dan moet het gesprek ook landelijk plaatsvinden'', vindt de provincie.
Gelderland ontving dinsdag 1823 handtekeningen tegen de voorgenomen bomenkap. De tegenstanders willen dat de provincie alle plannen voor het kappen van bomen langs provinciale wegen doorstreept en nieuwe besluiten neemt. ,,Wegen worden niet veiliger door bomen te kappen, maar wel door de snelheid te verlagen'', stellen zij.
De provincie heeft de plannen voor de N319 uitgesteld. Eind deze maand gaat in de Achterhoek een informatiecentrum open over de kap langs diverse wegen .''De felheid van de discussie laat zien dat mensen zich sterk bij het onderwerp betrokken voelen. De discussie moet zich niet gaan verharden'', aldus de provincie.