Minister Ferd Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) is woensdag door de oppositie fel bekritiseerd over de investeringsplannen bij de politie, en de voorwaarden die er in het regeerakkoord aan die investeringen verbonden zijn. Kamerleden Michiel van Nispen (SP) en Kathalijne Buitenweg (GroenLinks) noemden de opstelling van de minister ,,chantage'', een verwijt waar Grapperhaus getergd op reageerde.
In het regeerakkoord is afgesproken om een kleine 300 miljoen te investeren in de politie. Hiervan is 100 miljoen vorig jaar al vrijgekomen. De rest komt vrij ,,onder de voorwaarde dat de flexibiliseringsagenda wordt doorgezet'', heeft de coalitie afgesproken. Wat daarmee precies wordt bedoeld, werd tijdens het debat niet duidelijk.
Diverse Kamerleden van de oppositie vinden het een vorm van ,,chantage'', doordat in het regeerakkoord al voorwaarden zijn gesteld aan de investeringen. Grapperhaus reageerde kribbig op deze beschuldiging. ,,Ik werp de term chantage krachtig van me af.''
Naast Van Nispen en Buitenweg waren ook Attje Kuiken (PvdA) en Roelof Bisschop (SGP) kritisch. Ze wilden van Grapperhaus weten wat nou de inzet is bij de onderhandelingen met de bonden, maar de minister hield de kaarten tegen de borst. ,,Ik ga niet aangeven hoe de onderhandeling zou moeten verlopen.''
De politiebonden - en met hen de oppositie - zijn bezorgd dat agenten bijvoorbeeld akkoord moeten gaan dat ze in nog grotere regio's worden ingezet, of dat ze in de toekomst in plaats van vier dagen van negen uur er vijf van acht uur moeten werken.