Minister Hugo de Jonge (Ruimtelijke Ordening) stelt de invoering van de Omgevingswet toch uit, tot juli volgend jaar. Hij heeft lang vastgehouden aan invoering van de wet per 1 januari 2023, maar vindt het toch onverantwoord om aan die datum vast te houden, heeft hij aan de Eerste en Tweede Kamer laten weten.
Aanleidingen voor zijn besluit zijn het uiterst kritische rapport van het Adviescollege ICT-toetsing, dat op verzoek van de Eerste Kamer is opgesteld, en overleg met gemeenten, provincies en waterschappen. Het zogeheten Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO) - cruciaal voor de uitvoering van de wet - kent nog "forse beperkingen" die tot risico's leiden als de wet op 1 januari wordt ingevoerd, stelt het adviescollege in een maandag gepubliceerd advies. Het spreekt zich weliswaar niet uit over een datum van inwerkingtreding, maar tussen de regels door is te lezen dat het college invoering per 1 januari onverantwoord vindt.
Het is volgens De Jonge niet te vermijden dat er tijdelijk een "kleine dip" ontstaat in het aantal vergunningen dat bedrijven en burgers aan kunnen vragen als de nieuwe wet van kracht wordt. Maar hij wil voorkomen dat dit helemaal stilvalt. De minister wil de gemeenten en provincies die met het DSO moeten gaan werken meer tijd geven om te oefenen met de nieuwe wet en andere voorbereidingen te treffen. Hij wil er echter voor waken dat de kennis en ervaring die ze al hebben opgedaan verloren gaat. Daarom wil hij de wet niet te lang uitstellen.
De woonminister heeft lang volgehouden dat hij de wet begin volgend jaar in wil laten gaan, omdat hij ook grote nadelen ziet als de datum verder naar achter wordt geschoven. Zo vreest hij dat uitstel alleen maar leidt tot meer uitstel en dat gemeenten en provincies die wel voldoende voorbereid zijn in het nadeel zijn. Dit leidt bovendien tot extra kosten van "enkele tientallen miljoenen".
De Omgevingswet bundelt 26 bestaande wetten en ruim honderd regels en regelingen op het gebied van ruimtelijke ordening. Daardoor moet het voor burgers en bedrijven makkelijker worden om een vergunning aan te vragen en voor gemeenten om die vergunning sneller te kunnen verlenen. De wet is in 2015 aangenomen in de Tweede Kamer en in 2016 door de Eerste Kamer. De invoering ervan is al vier keer uitgesteld.
De nieuwe wet moet de procedures versimpelen en dat is hard nodig, zegt de minister. "We hebben nogal wat te doen." De Jonge somt op: 900.000 woningen bouwen, de energietransitie en de landbouw hervormen. "Dus laten we alstublieft gebruik maken van de wet die panklaar ligt met brede parlementaire steun."