Minister Robbert Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) reist donderdag af naar Suriname om het daar te hebben over het Herdenkingsjaar Slavernijverleden dat hij coördineert. Vorig jaar liepen de spanningen met de voormalige kolonie flink op in aanloop naar de excuses die premier Mark Rutte aanbood voor dit verleden. Op 1 juli zal minister Wopke Hoekstra (Buitenlandse Zaken) in Suriname zijn terwijl koning Willem-Alexander in Amsterdam een rede houdt over het slavernijverleden. Bronnen zeiden eerder te verwachten dat de koning de excuses van Rutte dan zal herhalen.
Op 1 juli is het 150 jaar geleden dat feitelijk een einde kwam aan de slavernij onder Nederlands bewind. Dan gaat ook het herdenkingsjaar van start. "Door meer te leren en te begrijpen over het slavernijverleden leren we elkaar en onze gedeelde geschiedenis beter kennen", zegt de minister over het doel van zijn bezoek. Hij wil ook duidelijk krijgen wat Suriname verwacht van het herdenkingsjaar.
In de band met het Zuid-Amerikaanse land zijn nog de nodige plooien glad te strijken. Eind vorig jaar leidde het in de Surinaamse gemeenschap tot gefronste wenkbrauwen omdat minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming) in de hoofdstad Paramaribo was toen Rutte zijn excuses uitsprak. Niet iedereen vond dit gepast omdat Weerwind zelf een nazaat is van een tot slaaf gemaakte. Belangenclubs hadden liever dat een witte persoon excuses zou maken.
Hier werd uiteindelijk een diplomatieke oplossing voor bedacht: de minister zou geen speech geven tijdens de bijeenkomst en alleen in gesprek gaan met genodigden. De Nederlandse bewindslieden die op bezoek waren op de zes Caribische eilanden van het Koninkrijk hielden wel een toespraak.
Tijdens het bezoek wil Dijkgraaf ook bespreken hoe de landen kunnen samenwerken op het gebied van onderwijs.