Onderwijsminister Arie Slob heeft goede hoop dat volgende week nog meer kinderen gewoon naar school gaan. Dat tienduizenden kinderen nog thuisblijven is niet direct reden voor paniek, aldus de bewindsman: de groep is erg divers, en bij het volgende peilmoment verwacht hij dat het aantal flink is teruggelopen.
Zo'n 50.000 kinderen blijven thuis, ook nu de scholen weer begonnen zijn, zo blijkt uit een peiling van de Algemene Vereniging Schoolleiders. Ook de AVS zegt dat de meeste kinderen thuis zitten met een "goede reden", bijvoorbeeld omdat ze in de risicogroep zitten of ziek zijn.
Slob wijst liever op de 1,5 miljoen kinderen die wél naar school zijn gegaan. Hij is ook blij dat hij de kinderen "ook in aantallen" in beeld heeft. "Uiteraard is de inzet om te zorgen dat zoveel mogelijk kinderen, als ze niet ziek zijn of in risicogroep vallen, wel weer naar school gaan. Daar kunnen we aan werken met elkaar." Een aantal ouders was zelfs niet op de hoogte dat de scholen weer open gingen, nadat ze wegens het coronavirus waren gesloten. Volgende week zullen nog meer kinderen wel gewoon naar school gaan, verwacht Slob.
Tussen de 50.000 leerlingen die school missen, zit ook een groep kwetsbare kinderen, erkent Slob. Dat is een groep waar genoeg aandacht voor moet zijn en de instanties houden dat dan ook goed in de gaten, zegt de bewindsman.
Over het algemeen is het heropenen van de scholen soepel gegaan, zegt Slob terugblikkend. Dat zorgde volgens hem voor "blije kinderen, blije ouders, blije docenten en ook een blije minister".