De regels voor de evacuatie van 2100 Afghanen zijn niet in beton gegoten. Dat maakte demissionair minister Ben Knapen van Buitenlandse Zaken woensdag tijdens een debat in de Tweede Kamer duidelijk. Er zit geen maximum op het getal. "Maar het kunnen er ook minder worden", aldus Knapen.
Het kabinet wil naast Nederlanders en tolken nog ongeveer achthonderd Afghanen evacueren die hebben gewerkt voor door Nederland gefinancierde hulpprojecten. Ook vijfhonderd Afghanen die een functie hebben vervuld bij de Nederlandse militaire missie en Europese politiemissie komen in aanmerking voor asiel.
Knapen wil "naar vermogen" vasthouden aan de criteria die zijn opgesteld voor deze groepen. Maar hij liet ook blijken oog te hebben voor gevallen die buiten de boot vallen. "Ik zal niet zeggen dat we nooit en te nimmer niet zullen afwijken van deze regels. "
De criteria zijn volgens hem nodig om te bepalen wie opgehaald moet worden: dat zijn Afghanen die op dit moment gevaar lopen. Volgens de SP wordt met de criteria de hand gelicht met de motie-Belhaj die stelt dat alle Afghanen asiel moeten krijgen die de Nederlandse missie hebben geholpen.
De Kamer kan zich vinden in de oplossing die het kabinet heeft gevonden voor deze gevoelige kwestie. De kritische Sylvana Simons (BIJ1) complimenteerde Knapen voor zijn "menselijke benadering".
Het kabinet doet met het plan wat "realistisch" en "haalbaar" is, verklaarde Knapen. Hij zal het "maximale" doen om de 2100 hierheen te halen, maar is daarbij wel afhankelijk van de Taliban. Op dit moment verlaten Afghanen slechts mondjesmaat het land. Nederland is hierbij afhankelijk van de hulp van Qatar en Pakistan.
Het debat wordt donderdagmorgen voortgezet. Dank komen minister Henk Kamp (Defensie) en staatssecretaris Ankie Broekers-Knol (Asiel) aan het woord.