Het onderzoek naar de rol van de Oranjes en de Nederlandse staat in het slavernijverleden schetst een "confronterend en zeer pijnlijk beeld." Dat schrijft minister Hanke Bruins Slot (Binnenlandse Zaken) in een brief aan de Kamer over het onderzoek. De bevindingen zijn "kraakhelder", zei de minister bij ontvangst van het onderzoek in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag. Ze spreekt van een "ongekende schaal van slavenhandel en slavernij", waarbij de Staat zeer betrokken was.
"Via de Staat" speelden ook lagere overheden, kerken, handelsondernemingen en andere bedrijven een belangrijke rol. "Dit verhaal had eerder verteld moeten worden", aldus de bewindsvrouw. "Want we moeten het samen onder ogen komen."
De onderzoekers gaan overigens ook specifiek in op de rol van de Oranjes, die honderden miljoenen hebben verdiend aan de kolonies. Hiernaar gevraagd, benadrukt Bruins Slot vooral dat het een breder onderzoek is. De koning laat zelf de rol van zijn familie in het koloniale verleden onderzoeken. De conclusies van het onderzoek dat donderdag werd gepresenteerd zijn een "eerste inzicht", dat volgens de minister de basis kan vormen voor nader onderzoek.
Sowieso is wat nu bekend is geworden nog maar "het topje van de ijsberg", zegt Bruins Slot. Op 1 juli wordt herdacht dat 150 jaar geleden feitelijk een einde kwam aan de slavernij onder Nederlands bewind. Bij een herdenking in Amsterdam zal de koning die dag een toespraak houden. Naar verluidt zal hij, in navolging van premier Mark Rutte, zijn excuses aanbieden. Rutte deed dat eind vorig jaar.
Het kabinet laat zelf ook vervolgonderzoek doen, meldt Bruins Slot aan de Kamer. Het zal daarvoor in gesprek gaan met nazaten van tot slaaf gemaakten en wetenschappers over hoe dit onderzoek wordt vormgegeven.
Het onderzoek Staat en Slavernij dat donderdag naar buiten kwam, is het resultaat van een motie waarin de ChristenUnie het kabinet twee jaar geleden opriep om het slavernijverleden onafhankelijk te laten onderzoeken en "inzichtelijk te maken wat er heeft plaatsgevonden ten tijde van de slavernij".