Een wetsvoorstel dat regelt dat bepaalde instanties gegevens kunnen delen om bijvoorbeeld criminaliteit aan te pakken, is zo onduidelijk dat justitieminister Dilan Yeşilgöz alsnog betere grondslagen en waarborgen eraan toe wil voegen. Het wetsvoorstel is al in november 2021 aangenomen door de Tweede Kamer en is al ruim een jaar in behandeling bij de Eerste Kamer. Maar daar bestonden veel twijfels of de privacy wel goed was geregeld.
Bedoeling van de nieuwe wet is dat vier al bestaande samenwerkingsverbanden onderling hun gegevens kunnen delen, zodat zij een beter beeld krijgen op hun terrein. Het gaat dan om de Zorg- en Veiligheidshuizen die zich bezighouden met huiselijk geweld en bijvoorbeeld ernstig verward gedrag. Ook drie andere netwerken krijgen meer mogelijkheden om informatie te delen, als het gaat om de georganiseerde en ondermijnende criminaliteit, witwassen en terrorismefinanciering en de aanpak van crimineel vermogen.
De minister heeft nu een nieuw besluit genomen dat ze als algemene maatregel van bestuur wil toevoegen aan het wetsvoorstel. Dat is een ongebruikelijke route. In haar ontwerpbesluit heeft ze adviezen meegenomen van het College voor de Rechten van de Mens en de Autoriteit Persoonsgegevens, waar de senaat om had gevraagd.
In het besluit staan volgens de minister betere criteria en is geregeld dat er commissies komen die de rechtmatigheid beoordelen en discriminatierisico's tegengaan. Ook komt er een contactpunt waar burgers terechtkunnen als ze vinden dat hun privacy in het geding is. Het ontwerpbesluit is vanaf maandag op internet beschikbaar voor reacties.