Voor mensen die het meeste risico lopen om besmet te raken met het apenpokkenvirus wordt een vaccinatiecampagne voorbereid. Zorgminister Ernst Kuipers neemt het advies van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) over. Dit schrijft Kuipers aan de Tweede Kamer.
"In overleg met de uitvoerders wordt zo spoedig mogelijk begonnen met het vaccineren van een groep van ongeveer 2000 personen uit de hiv-PrEP-doelgroep in Amsterdam en parallel wordt de vaccinatie van de bredere doelgroep voorbereid", aldus de brief.
De vaccinatie is bedoeld voor hoogrisicogroepen. Het gaat hierbij volgens het RIVM onder meer om mannen en transgenders die hiv-PrEP gebruiken (een pil waarmee het oplopen van hiv voorkomen kan worden) of hiervoor op de wachtlijst staan. Ook mannen en transgenders die hiv-positief zijn en een hoog risico lopen op een seksueel overdraagbare aandoening (soa) en sekswerkers behoren tot de hoogrisicogroep. Het gaat in Nederland om zo'n 32.000 mensen.
Mensen die voor de vaccinatie in aanmerking komen, worden gericht uitgenodigd. Zij krijgen twee doses met een interval van vier weken. "Het is van groot belang dat mensen met verschijnselen of een mogelijke blootstelling, ook ná vaccinatie voorzichtig blijven", schrijft Kuipers. "Het duurt immers enige weken totdat het vaccin bescherming zal geven, zeker bij mensen die twee vaccinaties nodig hebben, en de bescherming van het vaccin zal niet volledig zijn."
Met de vaccinatiecampagne wil Kuipers "voorkomen dat apenpokken zich breder verspreidt en een endemische ziekte wordt waar we geen vat meer op hebben".
De minister heeft het RIVM de opdracht gegeven de communicatie over het apenpokkenvirus naar de risicogroepen op te schroeven.