Bij het klimaatbeleid speelt water een belangrijke rol. Dat is de boodschap die de Nederlandse minister Liesje Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) zaterdag overbracht op de klimaattop COP27 in Sharm-el-Sheikh.
"Of er is te veel water, of juist te weinig of het is vervuild", zo zei ze in haar speech. "Negen van de tien natuurrampen in de afgelopen tien jaar hadden te maken met water." Ze kondigde aan de uitgaven voor water en adaptatie te verhogen. Het gaat om 15 miljoen euro extra in 2023, oplopend tot 40 miljoen euro extra vanaf 2026. "We zullen het geld specifiek gebruiken om de meest kwetsbare landen te ondersteunen", zo stelde ze in haar speech.
Ze benadrukte ook het belang van het vergroten van het draagvlak voor wereldwijde klimaatactie. Mede daarom is Nederland medeorganisator van de VN-waterconferentie in maart 2023 in New York. "Om landen bewust te maken van het belang van investeringen in water", aldus een woordvoerder van Buitenlandse Zaken.
Schreinemacher pleitte zaterdag ook voor meer investeringen van de particuliere sector, met name in ontwikkelingslanden. Volgens haar is het zaak realistisch te zijn. "Publieke middelen brengen ons een eind op weg, maar voor de rest van die weg is particuliere financiering nodig", aldus de minister. "Ik weet dat het niet gemakkelijk is om de broodnodige particuliere financiering te ontgrendelen voor klimaatadaptatie. Maar het kan. Daarom speelt het betrekken van de particuliere sector een sleutelrol in het Nederlandse beleid, met name in Afrika", zo stelde ze.