Minister Robbert Dijkgraaf (Emancipatie) vindt het een "interessante gedachte" om van Keti Koti, de dag waarop de afschaffing van de slavernij wordt gevierd en herdacht, een vrije dag te maken. Dat zegt hij in het programma WNL op Zondag.
Dijkgraaf wil niet direct zeggen dat de vrije dag er volgens het kabinet ook moet komen, maar vindt wel dat "dit deel van de geschiedenis voor een belangrijk deel een plek in ons erfgoed moet hebben". Ook benadrukt hij dat een dergelijke keuze samen met de gemeenschap gemaakt moet worden.
Op 1 juli aanstaande houdt de koning een toespraak in het Oosterpark in Amsterdam. Ingewijden spraken eerder al de verwachting uit dat hij dan de excuses die premier Mark Rutte maakte voor het slavernijverleden zal herhalen.
Ook gaat op 1 juli het "herdenkingsjaar" in om stil te staan bij 150 jaar afschaffing van slavernij. Overigens zal de herdenkingsperiode langer duren dan een jaar, maakte de minister vorige week bekend. Ook wordt er 4 miljoen euro extra voor uitgetrokken, tot een totaal van 12 miljoen euro.
Minister Hanke Bruins Slot van Binnenlandse Zaken vindt het ook goed om erover in gesprek te gaan, zegt ze in het programma Buitenhof. Werkgevers moeten daar volgens haar ook bij betrokken worden, aangezien zij gaan over het al dan niet geven van een vrije dag. Begin dit jaar zei Bruins Slot ook al er voor open te staan. Ze heeft het herdenkingscomité dat zich hiermee bezighoudt gevraagd deze optie te onderzoeken.
Vorig jaar werd een campagne gelanceerd om zelf vrij te nemen op 1 juli. "Ik neem vrij op 1 juli, tot we allemaal vrij zijn", klonk de slogan van Nederland Wordt Beter, radiozender FunX en The Black Archives. De campagne kreeg steun van Tony's Chocolonely en cosmeticabedrijf LUSH. Ook werd een petitie door ruim 60.000 mensen ondertekend.