De mogelijkheid dat op internet deepfakes - nepbeelden - van politici verschijnen om valse informatie te verspreiden en te manipuleren, leidt tot zorgen bij bewindslieden. De demissionaire ministers Dilan Yeşilgöz (Justitie) en Hugo de Jonge (Binnenlandse Zaken) wijzen niet alleen op regelgeving hiertegen maar vinden ook dat sociale mediabedrijven hun verantwoordelijkheid moeten nemen. Zij zouden verdachte beelden niet moeten plaatsen en als er onechte beelden circuleren, die snel weghalen, zegt Yeşilgöz. De Jonge denkt dat producenten van desinformatie harder moeten worden aangepakt.
Ze reageren daarmee op berichtgeving van BNR dat ontdekte dat deepfakes van politici makkelijk verspreid kunnen worden. Voor twee tientjes maakte de omroep deepfakes van onder anderen PVV-leider Geert Wilders en Caroline van der Plas (BBB) die Meta en X als advertenties moeiteloos zouden verspreiden tijdens de Europese verkiezingen op 6 juni. Alleen TikTok weigerde de gefingeerde video's volgens BNR.
De ministers vinden het kwalijk dat mensen bewust op het verkeerde been kunnen worden gezet bij de komende verkiezingen. Volgens Yeşilgöz worden de makers van deepfakes "steeds slimmer en handiger". Voor kunst en film is dat prima, maar het is volgens haar belangrijk om alert te zijn op mogendheden zoals Rusland "die ons proberen te beïnvloeden". Volgens Yeşilgöz zijn de veiligheidsdiensten hier scherp op, maar kunnen ze hierover niet altijd iets naar buiten brengen.
De Jonge wijst erop dat er al dingen in gang zijn gezet om misleiding tegen te gaan, maar dat er nog meer kan. Mensen die desinformatie vermoeden, kunnen dat al melden bij de website isdatechtzo.nl. Ook zijn departement kan actie ondernemen richting de techbedrijven om bewuste misleiding van sociale media af te laten halen. Daarnaast houdt ook de Europese Commissie in de gaten of de techbedrijven wel doen wat van hen mag worden verwacht, zegt hij.