Voor mensen die onvoldoende zelfredzaam zijn of niet goed kunnen meedraaien in de maatschappij is de gemeente verplicht om ondersteuning te bieden. Dit gebeurt aan de hand van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Hierdoor kunnen mensen langer zelfstandig thuis blijven wonen. Meer dan een miljoen mensen maakten in 2016 gebruik van een zogenaamde Wmo-maatwerkvoorziening.
Dat is 6,2 procent van alle Nederlanders, zo blijkt uit recente cijfers van het
CBS . Daarnaast maken veel mensen gebruik van een algemene voorziening via de Wmo. De ondersteuning via de Wmo kan dus bestaan uit maatwerkvoorziening of een algemene voorziening. Aan de hand van een gesprek met de gemeente wordt er vastgesteld wat er nodig is. Maatwerkvoorziening bestaat niet uit medische hulp, maar uit onder andere een vergoeding of subsidie voor een traplift of een rolstoel. De voorziening is als het ware op maat gemaakt. Het verkrijgen van deze vergoeding is niet eenvoudig en is sterk afhankelijk van inkomen en leefsituatie.
Wmo-maatwerkvoorziening
Een algemene voorziening is vrij toegankelijk. De gemeente doet hiervoor niet eerst een diepgaand onderzoek naar de persoonlijke situatie. Bij een algemene voorziening kan je denken aan een boodschappendienst. Het grootste gedeelte van de 1.053.505 mensen met een Wmo-maatwerkvoorziening - ruim 700.000 mensen - hebben een hulpmiddel via de Wmo zoals een rolstoel of traplift, of maken gebruik van een woon- of vervoersdienst.
Op het moment dat er bijvoorbeeld een traplift in huis nodig is, zijn er twee mogelijkheden. De eerste is een vergoeding voor een traplift in natura, waarbij er vrijwel geen inspraak is over het type traplift. Het kan hierbij gaan om een gebruikte traplift. Vaak wordt er ook nog om een eigen bijdrage gevraagd.
Tweedehands traplift
Indien er sprake is van een persoonsgebonden budget (PGB) is het mogelijk om zelf een traplift te kopen bij een leverancier naar keuze. Dit kan uiteraard ook een tweedehands
traplift zijn. De gemeente geeft een bepaald budget hiervoor. De hoogte van het PGB is sterk afhankelijk van zaken als inkomen, spaargeld en leefsituatie.
In 2015 zijn de regels voor het in aanmerking komen voor de Wmo en het PGB flink aangescherpt. Zo kan het na een aanvraag enkele weken of maanden duren voordat het duidelijk is of er een subsidie wordt toegekend. Daarbij kan het zo zijn dat er wel een subsidie wordt toegewezen, maar niet in de vorm waarin dit gevraagd is. Denk hierbij aan een hoge eigen bijdrage of een traplift vergoeding in natura.